Zelf ben ik opgegroeid in de Barteljoris straat, in Haarlem.
Meer binnen in de binnenstad van Haarlem kan je bijna niet wonen. Opgegroeid met
toen nog de bus en ander zwaar verkeer door de straat wat het huis deed
trillen. Opgegroeid met het lawaai van de evenementen op de grote markt.
Opgegroeid met het slaan van de klokken van de grote kerk en het dagelijkse
concert van de damiaatjes die vroeger aangaven dat de avondklok was ingegaan.
Soms als ik weer eens
s ’avonds door Haarlem dwaal en de Damiaatjes
hoor dan denk ik met weemoed terug aan die tijd dat ik nog in de stad woonde. het
lawaai en de drukte, wat dat betreft ben ik nog steeds een stadsmens. Je houdt
ervan of je haat het, volgens mij is er geen tussen weg. Ik zelf ben van de
eerste categorie. Op de een of andere manier kan de stad bij mij geen fout
doen.
Haarlem is de stad waar ik mijn eerste vriendinnetje voorzichtig
een zoentje gaf. De stad waarin ik leerde fietsen, voor het eerst alleen naar
school mocht lopen, eigenlijk is Haarlem de stad waarin ik alles voor het eerst
deed. Het klinkt nog steeds als mijn thuis, als ik de naam hoor dan voel ik mij
aangesproken. Ik baal er dan ook van dat toen mijn moeder van mij moest
bevallen er schijnbaar geen plek in de Haarlemse ziekenhuizen was en zij voor
de bevalling werd doorgestuurd naar Velsen. Zodoende staat er in mijn paspoort
Velsen als geboorte plaats. Ondanks dat ik daar nog geen 24 uur ben geweest is dat
toch de oorzaak dat ik niet kan zeggen dat ik een geboren en getogen Haarlemmer
ben. En daar baal ik van.Niks ten nadeel van Velsen, maar ik heb er helemaal
niks mee, ik associeer Velsen met het crematorium, de hoogovens, koude
ochtenden op het voetbalveld naast de treinbaan, de Velser tunnel maar vooral
met het niet hebben van het Haarlemmer schap.
Ik geen Haarlemmer? Ik, die op 7 jarige leeftijd die meneer
hielp die de rode loper van de trappen van het stadhuis moest halen. Ik, die
die meneer in zijn zwarte rib tenue en sigaartje na de markt hielp de grote markt aan te vegen met zo’n
van takken gemaakte bezem. Ik, die avonden lang piepschuim wormpjes met naald aan
een nylon draad heb zitten rijgen zodat er feestslingers konden worden
opgehangen in de Barteljorisstraat rond kerst. Ik die altijd met respect langs
Juwelier Ten Boom liep nadat ik zelf ook even via die kast in die geheime achter
de muur was gekropen waar in de oorlog de joden zich schuil hielden, ik, die eigenhandig
stenen heb gelegd toen de Barteljorisstraat een wandel gebied werd. Ik, zou
geen geboren en getogen Haarlemmer zij?. Op papier dan niet maar voor mijn
gevoel zeker wel!
ICH BIN EIN HAARLEMMER !!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten