De Reis
Aan de ene kant vind ik de reis met de auto naar Spanje
onderdeel van de vakantie, ik heb namelijk totaal geen hekel aan lange auto
ritten. Aan de andere kant is het eigenlijk een martel gang van de eerste orde.
Dat begint al als de wegwijstrut (TomTom) al begint tegen te
sputteren als je de straat nog niet bent uit gereden. “Keer om !” alsof ze je
al wil waarschuwen voor de ellende die je de komende dagen te wachten staat.
Nederland valt nog mee want dan is iedereen
nog in volledige vakantie stemming en dan maken die paar wegpiraten
niets uit. Die wuif je dan gemoedelijk weg ”pff ga toch lekker werken sukkeltje”.
Tanken hoeft in België nog niet, dus stoppen doe je daar
alleen in uiterste nood. En natuurlijk hebben de dames al na 1 km België hoge
nood. Er doorheen rijden doe bij voorkeur overdag omdat je er snachts geen hand
voor ogen ziet. Alle wegenverlichting staat daar alleen aan “als het nodig is”
kun je lezen op de reclame borden langs de snelweg. Wie dat bedacht heeft weet
ik niet want een regering is er niet. Buiten die verlichting en een regering
hebben ze in België ook geen goede wegen. Om met elkaar te kunnen communiceren
moet er geschreeuwd worden, zoveel lawaai maken de banden op het jaren lange getergde
asfalt. Bij gebrek aan toezicht “vliegt”er van alles “laag” over die levensgevaarlijke
vol gaten zittende vaak onduidelijk belijnde wegen. Ik ben een voorstander van
het invoeren van tenminste één lange tolweg van Breda tot aan de Franse grens.
Dan de Franse Autobahn , ja in het Duits ja. Degelijke
tolwegen, duidelijke belijning, punktliche controle alleen veel te dure
benzinepompen. Tanken doe je het beste in een dorp of stad. Scheelt gewoon 20
to 30 cent per liter. Rijden kunnen ze er niet en dan hebben ze ook nog een
voor de toeristische chauffeur onbegrijpelijke gebarentaal met hun
richtingaanwijzers. Dat clingelateurt maar wat aan. Slingert van links naar
rechts of blijft juist links hangen met die knipper lampen aan. Franse vrouwen
rijden bij voorkeur te langzaam op de middelste baan. Duitsers rijden in geheel
Europa irritant in de weg, dus daar ga ik het niet over hebben. Wel over die
gore toiletten, vieze broodjes , slappe koffie en desinteresse in een andere
taal. Dat is nu typisch Frans. Mooie wegen maar een slecht gevoel voor service.
Het is toch eigenlijk te triest voor woorden dat je in die snikhete auto zit te
turen naar de berm voor je in de hoop dat je een gouden M ziet staan. Ok het is
geen haute cuisine sterker nog het lijken niet eens hamburgers, maar wij
snakten naar zo’n sponsig klef ding en de schone toiletten MET bril. Waar je
wordt toegesproken door duidelijk niet Franse medewerkers in het Engels en
desnoods in het Duits. Zielig triest heel errug… maar wel lekker vertrouwd en
schoon. Maar ja, die kom je zo goed als niet tegen daar. De AutoGrille is nog
de meest aanraadbare Autoroute stopplaats.
Tegen de tijd dat de Spaanse grens in zicht komt en je 80
Euro tolgeld lichter bent, stinkt de auto al behoorlijk naar zweetvoeten, zure
zweet, zachte in de bekleding gelaten scheten en oprispingen van de vage
snelweg broodjes. Nog even luchten bij de laatste Peage en dan fris de grens over. Jammer vind ik wel
het verdwijnen van de grensposten. Dat was vroeger toch altijd weer spannend of
je het land wel in kwam. Moeders zat dan al 20 km voor de grens met de
paspoorten op schoot. Bij de grens keek pa zo onschuldig mogelijk, stel je voor
dat ze die juspan met gehaktballen zouden vinden…
Toch heeft het allemaal wel wat, dat Hollandse gezeik op van
alles wat buitenlands en niet “zoals thuis” is, dat gejakker met de auto,
poepen in een gat in de grond, gore broodjes eten, schelden op medeweggebruikers.
Dat is pas echt het vakantie gevoel. Dan kan je bij aankomst echt zeggen: hè hè
, we zijn er, effe zitten met een koud biertje, heerlijk niks doen. Vakantie!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten