Alleen al het woordje Schiphol maakt al het een en ander los
bij mensen in het algemeen en in het bijzonder bij mij. Ik heb een soort van
haat liefde verhouding met Schiphol. Ik woon onder de rook van Schiphol en bij
bepaalde wind kan ik duidelijk de opstijgende vliegtuigen horen. Niet dat het
mij stoort want ik ben er aan gewend. Irritant word het pas als er weer eens
een baan dicht is en het vliegverkeer letterlijk over mijn huis vliegt. Ze
vliegen dan zo laag dat als ik een speer zou gooien, ik de banden lek zou
kunnen prikken. Gelukkig gebeurd dat maar eens per jaar. Dat laagvliegen over
mijn huis bedoel ik, niet het speerwerpen.
Als kleine jongen kwam ik al geregeld op Schiphol of gingen
we een patatje eten langs de startbaan en keken we opstijgende of landende
vliegtuigen terwijl we het patatje oppeuzelden. Toen mijn kinderen klein waren
hebben we dat ook nog geregeld gedaan. Dat had je toen nog. Nu heb je speciale
spotters plaatsen ,zonder patatkraam, met van die gasten die in het vroegere
programma “Showroom”niet zouden misstaan. Dat zijn vliegtuig spotters. Dat heb
ik nooit gesnapt. Als je postzegels verzameld dan heb je iets tastbaars en het
heeft vaak nog enige waarde. Maar vliegtuig nummers verzamelen op papier snap
ik niet. Je gaat toch ook niet langs de snelweg staan en kentekens van auto’s
noteren? Dat vinden die spotters zelf ook debiel als je ze het vraagt maar dat
wat ze zelf doen vinden ze geheel normaal. Laatst heb ik een A4tje vol gekalkt
met vliegtuignummers die helemaal niet bestaan en heb ik ze cadeau gedaan aan
de meest debiele spotter die ik kon vinden, maar hij wilde ze niet. Ruilen
wilde hij ook niet.
Voor mijn werk moest ik ook regelmatig gebruik maken van het
vliegtuig en dus ook van Schiphol. Meestal zorgde ik wel dat ik lekker op tijd
was, dan kon ik nog even roken in de lounge, want toen rookte ik nog. Roken
moest want ik was absoluut geen liefhebber van vliegen, sterker nog ik was als
de dood. Maar ik zat wel vaak 10 uur in het ziekenhuis, zoals ik het vliegtuig
vaak per ongeluk noemde. Waarom weet ik niet maar het floepte er altijd zo uit.
“Mijn ziekenhuis vertrekt om 5.45 uur.”
Het wachten op Schiphol vind ik vreselijk, de dure koffie en broodjes
belachelijk en het personeel vaak ronduit onbeschoft. Maar toch houd ik van
Schiphol. Het zorgt voor veel werkgelegenheid in de regio, het is een metropool
maar vooral is het is een warme omhelzing als je thuiskomt van een reis.
Van de week was ik weer even op Schiphol om mijn zus te
verwelkomen van haar reis naar India. Al bij het parkeren van mijn auto krijg
ik dat vakantiegevoel. De geur van Kerosine doet mij denken aan de vroeger gemaakte
tripjes naar de patatkraam langs de landingsbaan en de drukte van mensen die hun vliegtuig
moeten halen doet mij aan mijn zaken tripjes denken. Die vrolijke bui ben ik
bij het binnenlopen van de aankomsthal al direct weer kwijt. Het stinkt er naar
zwetende mensen die anderhalf uur rijdend in een te krappe auto vanuit bijvoorbeeld het Noorden zijn gekomen om
de familie Bartels uit Herejezusveen op te halen. Het is hun eerste maal op
deze luchthaven en er heerst een opgewonden
en uitgelaten sfeer. Ze zwaaien naar iedereen die vanachter de
schuifdeuren van de ruimte waar de
koffers ronddraaien op de band, de aankomsthal binnen komt. Hun zweetlucht nog
meer verspreidend. Druk schreeuwend tegen elkaar duwen ze iedereen die
vooraan staat weg want ze hebben Herman Bartels zien lopen dus moeten ze vooraan
staan.
Ik bekijk dat van een afstandje, en schud meewarig mijn
hoofd. Het is dat “mijn”Schiphol niet zonder dit soort mensen kan, mensen die
iedere vorm van sociaal gedrag verliezen zodra ze met elkaar “een dagje uit”
zijn, anders was ik de eerste die zou pleitten voor een internationale
vlieghaven in het Noorden van het land. Maar dan wel met een patatkraam langs de
landingsbaan.Dan kom ik een patatje halen.
1 opmerking:
Leuk geschreven :) Ik snap vliegtuigspotters ook niet. Maar goed, iedereen heeft wel iets raars toch? ;)
Een reactie posten